(Met tekst uit het programmaboekje van het 25- jarig Jubileum van de manege in 1991)
Molenruiters & Molenwieken
Op 4 april 1957 werd de landelijke rijvereniging ”De Molenruiters”, gevestigd te Vrouwbuurtstermolen, opgericht.
Eigenlijk werd er geen nieuwe vereniging opgericht, maar was er sprake van een fusie tussen twee reeds bestaande verenigingen, namelijk “De Martenaruiters” uit Cornjum en “De Bildtse Ruiters” uit Oudebildtzijl, waarvan het volgende bekend is:
De Martena ruiters
,,Door toedoen van een vijftal belangstellenden werd op 18 mei 1945 in den schuur van den Heer P.D. Boelstra te Cornjum besloten een rijvereniging op te richten, waarvoor zich aanvankelijk 23 leden aanmeldden. Op 4 juni 1945 vond de eerste rijles plaats op een stuk bouwland, bebouwd met bieten”. De contributie bedroeg ƒ 15,- per jaar, de ontvangsten waren ƒ 670,- en de uitgaven ƒ 705,-.
ln 1947 organiseerde men een Elfstedentocht te paard van 8 t/m 11 juli. Een hele prestatie om zo’n tocht in 4 dagen te volbrengen.
De Bildtse Ruiters.
,,Op 9 maart 1954 konden de initiatiefnemers, M. Fokkema en Sj. Koning-Boelstra, in Zaal Beimers te Oudebildtzijl ’s avonds een 14-tal jonge Dames en Heren het welkom toeroepen”.
In 1954 kwamen er van de kant van de ouders al bezwaren tegen het springen, omdat de paarden dan niet meer in de omheinde weide zouden willen blijven! Gelukkig wist de instructeur deze bezorgdheid weg te nemen. Eind 1954 telde men al 25 leden en 35 donateurs.
De reden voor de fusie staat nergens vermeld: alleen in de brief van de toenmalige secretaris van de Molenruiters (MR) aan de Koninklijke Nederlandse Federatie van Landelijke Rijverenigingen (KNFvLR) vinden we aan het slot, na (her-)opgave van 53 leden, de vraag of de Federatie akkoord kan gaan met deze fusie: ,,daar anders de Martenaruiters van Cornjum voor de ruitersport verloren gaat en men gemakkelijker een bijna verloren vereniging nieuw leven kan inblazen, dan een nieuwe vereniging oprichten”. Ook in de annalen van de Molenruiters is niets meer terug te vinden over oorzaak en start van deze vereniging. Door brand bij de secretaresse zijn de jaarverslagen van 1957 tot 1962 verloren gegaan.
Wel is nog bekend dat er ook nog gedacht is aan een andere naam voor de vereniging: “De Drie Gemeenten”, maar het werd uiteindelijk toch “De Molenruiters”.
De Molenwieken begonnen hun activiteiten in 1966, toen tijdens en na de bouw van de binnen manege enthousiaste paardenmensen voor hun kinderen, die nog te klein waren om paard te rijden, pony’s kochten of een winterseizoen huurden van de heer Van Riezen uit Appelscha en de Kinderboerderij uit Leeuwarden. Op 5 augustus 1966 was de eerste echte rijles, maar de officiële oprichtingsvergadering vond pas plaats op 29 april 1967, waarna de nieuwe club met 20 leden werd aangemeld bij de Federatie onder de naam “De Molenwieken” (MW). Het ledental van de vereniging gaf een geleidelijke stijging te zien van 53 (MR) in 1957 tot zo’n 2I5 (MR+MW) in1978, waarna weer een geleidelijke daling volgde tot 85 (MR+MW) in 1990.
Omdat zowel rijvereniging als ponyclub steeds meer leden kregen, vormde men in 1969 één bestuur (5 heren en 2 dames), wat in 1970 vernieuwd en uitgebreid werd tot 9 personen, waarin langzamerhand de dames de overhand kregen (5 om 4).
Jaarlijks traden er 3 bestuursleden af, die maar één keer herkiesbaar waren, zodat er steeds nieuw bloed in het bestuur kwam, waardoor het “fris” en vooruitstrevend zou blijven.
Om meer (onderlinge) wedstrijden te organiseren werd in 1970 de jeugdraad van de Molenruiters omgevormd tot wedstrijdcommissie en werd er later ook één bij de MW in het leven geroepen. Maar na wat problemen in de club werd er in 1970 ook een strafcommissie benoemd, die evenwel nooit in actie gekomen is en nu ook al lang niet meer bestaat.
Over de financiën in 1957 is wel wat bekend: de contributie was ƒ 20,= per jaar, de ontvangsten bedroegen bijna ƒ 2.200,= en er was een batig saldo van maar liefst ƒ 585,=. In 1977 was de contributie inmiddels ƒ175,= en beliepen de ontvangsten al ƒ28.000,=. Anno 1990 betaalde men ƒ 475,= contributie en gaf de jaarrekening meer dan ƒ48.000,= aan, maar de uitgaven waren die laatste tien jaar meestal net zo hoog als de ontvangsten.
Uit de wel aanwezige jaarverslagen blijkt dat Molenruiters en Molenwieken steeds zeer actief zijn geweest, onder leiding van meestal voortvarende besturen.
Niet alleen werd er natuurlijk veel paard gereden, aanvankelijk zelfs in twee rijbanen (Vrouwenparochie en Cornjum), maar ook werden er op ander gebied veel activiteiten ontplooid, die veelal ten doel hadden de verenigingskas te spekken, maar ook heel vaak louter propaganda voor de ruitersport beoogden.
Zo werden in de loop der jaren duizenden kalenders, kaarsen, kerstkaarten, ballpoints, bonbons, koeken en geraniums verkocht, was er jarenlang een lammerenweide actie en waren er rommelmarkten en verlotingen. In de hele provincie werden demonstraties gegeven; Sinterklaas werd vele jaren ingehaald in Leeuwarden en St. Annaparochie met als herauten verklede MR en MW; nieuwe burgemeesters werden vanaf de gemeentegrens per koets opgehaald en geëscorteerd naar het gemeentehuis; historische optochten werden vaak opgeluisterd door MR in oude kostuums; ook werkten MR te paard mee bij de opnames van de film ,,Mata Hari” van David Carradine in Leeuwarden en talloze MR-bruidsparen werden naar stadhuis en/of kerk begeleid door soms verkeers-ontwrichtende stoeten MR en MW.
Vooral in de 60-er en 70-er jaren gingen de leden met hun paarden en pony’s regelmatig gezamenlijk op vakantie: lange weekenden naar Ameland (de paarden op een platte zolder-schuit !) en Dwingelo (met de veeauto’s van M.S. de Vries & Zn uit Beetgum); zomerkampen op de Veluwe (bij de fam. v.d Burgt) en instructieweken op het oude en nieuwe Federatiecentrum (in oud-Leusden en Ermelo), terwijl later ook dagtochten naar o.a. Appelscha, Schoorl en Gieten op het programma stonden en wederom weekenden naar Ameland (nu evenwel met veeauto’s en trailers op de veerboot). Verder waren er ook buitenlandse tripjes (zonder paarden) naar de Warendorfer Hengstenparade (1968) en naar de stallen van Alwin en Paul Schockemöhle (1980).
Een ander hoogtepunt in ons verenigingsleven was lange tijd de jaarlijkse feestavond: In de winter werd het verenigingsgevoel in stand gehouden door het opvoeren van een revue in café Halma te Vrouwbuurtstermolen. In de beginjaren werd het toneelstuk gespeeld door eigen leden, later volgden diverse optredens van het Bildts Vrouwencabaret en daarna verzorgden ook andere toneelgezelschappen uit de regio het eerste deel van de avond. Maar in 1981 was er de ,,Revue Ratjetoe”, weer bedacht en uitgevoerd door MR-leden; in 1987 de MW met de revue ,,Oud en Nieuw van Stal gehaald”, gevolgd door ,,De Tweede Tak” met MR en MW in 1988.
Bij het 2O-jarig bestaan van de MR en het 15-jarig van de MW werd in 1977 een mooie manege-uitvoering gegeven met aansluitend natuurlijk weer feest in Zaal Halma te Vrouwbuurtstermolen (het huidige restaurant ,,Bij de Molen”).
In 1982, bij het 25- resp. 15-jarig bestaan van MR en MW was er na een receptie weer een manege-uitvoering met daarna een gezellige reünie/feestavond in ,,Ons Huis” te St. Annaparochie, waar delen van de ,,Bildtse Revue” (uit 1956), de ,,Dochters van vader Abraham” (1972 – 1974) en ,,Revue Ratjetoe” (1981) werden opgevoerd, aangevuld met ,,Herinneringen” door Tineke Lettinga-Brouwers. In 1987 waren er geen speciale activiteiten en/of festiviteiten.
Veel MR verdiepten zich ook in de theorie en praktijk van de paarden en de paardensport: Proef ’28 en ’33, toiletteercursussen, cursussen ,,Theorie en Praktijk” en ,,Beoordelen van paarden” werden met succes gevolgd.
Later waren het vooral de opleidingen van de Federatie waaraan heel wat leden van de MR meededen: jury-, voltigeer-, ponyleid(st)ers-, commandanten- en (assistent-) instructeurscursussen, die velen met goed gevolg aflegden.
Verschillende filmavonden, lezingen van vooraanstaande hippische personen en speciale instructiedagen en -weken met landelijk bekende dressuur- en springinstructeurs ondervonden steeds veel belangstelling.
En dan komen we zo langzamerhand toch tot de kern van de zaak: het paard- en ponyrijden, waarvoor onze verenigingen uiteindelijk zijn opgericht.
De MR en MW zijn vanaf hun oprichting opvallende verenigingen geweest: opvallend door de prestaties die er geleverd werden zowel in de afdelings- als in de individuele dressuur, maar ook bij het springen en mennen. Op de Friese Kampioenschappen werden vele kampioenstitels behaald, waarna op de Nederlandse Kampioenschappen in Utrecht en later tijdens de Levade in Apeldoorn (met overnachtingen in de stallen van Paleis Het Loo en in het Federatiecentrum!) ook vaak eervolle plaatsen bezet werden (o.a. in 1967 het reservekampioenschap Z springen).
Topjaar
Een topjaar was ongetwijfeld 1964: de MR behaalden maar liefst 8 Friese kampioenstitels: achttallen klasse L en M; individuele dressuur M en Z; springen klasse M en Z; mennen en individuele jeugddressuur. Maar in datzelfde jaar werden de beide achttallen, o.l.v. Hendrik Gerbens, ook Nederlands Kampioen en dat was een nog nooit tevoren vertoonde prestatie! Maar ook op andere concoursen hebben de MR en MW jarenlang schitterende successen behaald. Het is onmogelijk om er hier een opsomming van te geven: het zijn gewoon te veel!
MANEGE MOLENRUITERS.
Reeds in 1956 werd er gesproken over het bouwen van een overdekte manege, omdat hier ’s winters op de klei nooit gereden kon worden. Men zag toen evenwel geen kans om het benodigde geld (geraamd op nog geen tienduizend gulden!) bijeen te brengen. In later jaren werd er in de wintermaanden, meestal vanaf januari, gereden in de schuur van de heer J.J. Jensma te Vrouwenparochie; dit was al een hele vooruitgang, ondanks de beperkte ruimte.
In 1963 echter schonken 15 leden van de opgeheven vereniging ,,Hardeland Methode” (een inkuilmethode), afdeling Het Bildt, een geldbedrag (ƒ1847,50) aan de MR, dat diende te worden gebruikt voor het stichten van een overdekte manege. Samen met apart gelegde gelden, die demonstraties en acties hadden opgebracht, beschikte men over een 5000 gulden als startkapitaal. En zoals wel vaker gebeurd is, pakten de MR de zaken direct groots aan.
In 1964 werd een bouwcommissie benoemd en begon men met een geldinzamelingsactie, de contributie werd verdubbeld tot ƒ 50,-, er werden subsidies en renteloze voorschotten van onder andere de NSF en het Veefonds losgepeuterd en er kwam een grote loterij (12.000 loten à ƒ 2,50) met 100 ,,fraaie prijzen”, waarvoor de loten overal in het land en bij elke hippische gebeurtenis werden verkocht. Dit alles leverde zo’n f 85.000,- op.
Op 25 september 1965 kon de eerste spade de grond in en gingen leden en belangstellenden er opnieuw hard tegenaan: alle werkzaamheden die zelf verricht konden worden, en dat waren er nogal wat, werden ook zelf gedaan, hetgeen enorme besparingen opleverde. Op 5 februari 1966 kon er voor ’t eerst gereden worden in de eigen overdekte manege en op 18 juni 1966 werd de officiële opening verricht door jonkheer C. van Eysinga, voorzitter van de KNFvLR, gevolgd door demonstraties van de MR afgewisseld met toespraken. Een week later vierden zo’n 500 mensen uitbundig feest in deze manege, die helemaal voorzien was van een houten (dans-)vloer. In juli werd de foyer ’t Hoefke’ voor het publiek geopend en beschikten de MR over een schitterend complex: binnen- en buitenmanege met een foyer ertussen; stallingsmogelijkheden en ruime parkeergelegenheid (er waren toen nog zeer weinig paardentrailers!); alles door hard werken en een prima samenwerking tot stand gebracht. Maar zo’n manege moet ook geëxploiteerd worden en daartoe werd de Stichting Manege Molenruiters opgericht, die de taak kreeg om alles in en rond de manege op financieel verantwoorde wijze te laten verlopen.
Dat lukte aardig en zo langzamerhand kwamen er heel wat activiteiten in de manege: natuurlijk de lessen van de MR en MW, maar daarnaast ook lessen met de manegepaarden en stalling van pensionpaarden. Met de komst in 1969 van de heer R.M. Brinkman als directeur van de manege en instructeur van de MR en MW werd ook het keurings-klaar maken en africhten van paarden, de training van merries voor de lBOP-proeven en hengsten voor de hengstenkeuring een belangrijke bron van inkomsten voor de Stichting. Later (begin jaren ’70) kwam er ook een hengst ter dekking te staan: eerst de rijks-goedgekeurde Hongaarse volbloed Fénèk (dekgeld ƒ100,- en ƒ75,- veulengeld), in 1975 gevolgd door de nu vermaarde Nimmerdor (dekgeld ƒ 325,- !!), die ook zijn sportcarrière begonnen is bij de Molenruiters en later Topas, Darling Boy en Vindicator.
De accommodatie werd te klein en daartoe werd onder de bezielende leiding van de toenmalige voorzitter van de Stichting èn de MR èn de concourscommissie, Frits Homburg, de manege in 1974 uitgebreid en verbeterd: aan de noordkant kwamen nieuwe boxen en stands; de buitenbak werd verplaatst en bijzonder goed gedraineerd; op een nabijgelegen veldje van de familie Kooi werd een springterrein aangelegd met wallen, afsprongen en sloten. De concourscommissie schafte een compleet nieuw hindernispark aan en natuurlijk werd dit alles weer feestelijk in gebruik genomen.
In 1977 werd boven de foyer nog een directeurskamer/theorielokaal/vergaderruimte gebouwd. Ook het huis naast de manege werd aangekocht als woning voor de directeur/bedrijfsleider.
De MR en MW verzorgden aanvankelijk de staldiensten op zondag en de bardiensten op woensdag, zaterdag en zondag, maar al gauw werd voor meer dagen per week een vaste kracht voor de foyer aangetrokken:
Sjouk Osinga heeft dat zo jaren verzorgd en daarna is de foyer verschillende jaren verpacht aan Baukje Porte. In het midden van de tachtiger jaren ging het niet meer zo goed met de Stichting en de manege: verschillende activiteiten waren komen te vervallen en alleen MR en MW en lessers zorgden nog voor de inkomsten. In 1986 werd na het CH Sint Annaparochie een werkgroep opgericht, die fondsen moest verwerven voor de renovatie van het manegegebouw. Behalve van particulieren en bedrijven, kwam er ook financiële ondersteuning van de gemeenten Het Bildt, Ferwerderadeel en Leeuwarderadeel. Foyer, keuken, CV en voorgevel werden zo helemaal gerenoveerd, waarna langzamerhand ook verder het noodzakelijkste werd hersteld.
CONCOURS HIPPIQUE SINT ANNAPAROCHIE.
Na de opening van de manege werden er een aantal jaren tweekampen met “De Waterpoorters” uit Sneek gehouden en later ook driekampen met “De Waterpoorters” en “De Noordoostpolder”, steeds gevolgd door grote feesten in de manege. Toen de animo voor de twee- en driekampen verminderde, werd op voorstel van de heren Brinkman en Homburg een concourscommissie opgericht, die in 1972 het eerste CH Sint Annaparochie organiseerde. Ons CH was het eerste Friese concours waarvoor inschrijving mogelijk was door combinaties uit Groningen, Friesland, Drente, de Flevopolders en de kop van Noord-Holland. Het gevolg was dat de MR en MW ook weer uitgenodigd werden om deel te nemen aan concoursen in die provincies en dat was precies de bedoeling van de initiatiefnemers.
Elk concours werd ’s avonds weer afgesloten met een groot manegefeest, dat jaren zo’n goede naam had, dat de aan het CH deelnemende ruiters en amazones, maar ook juryleden, hier in de buurt onderdak zochten voor zichzelf en de paarden, en pas de volgende dag weer naar huis vertrokken.
Tot en met 1983 werden de dressuur en het voorspringen ’s morgens verreden rond boerderij ,,Veldzorg” van de familie D. Anema aan de Middelweg, terwijl het middagprogramma op het ijsbaanterrein in Sint Annaparochie plaatsvond. Van 1984 tot en met 1986 werd het CH Sint Annaparochie gehouden in Vrouwenparochie op de terreinen van de familie R. Hoogland, tegenover de manege.
Vanaf 1987 zijn we weer terug op het fraaie ijsbaanterrein, waar zelfs twee springparcoursen konden worden opgebouwd en ook nog plaats was voor de Z-dressuurbaan, omdat de lichtmasten zijn verdwenen. De overige dressuurringen waren gelegen op een terrein van Klaas Bijlsma BV, op een 250 meter van het ijsbaanterrein, zodat er niet meer ’verhuisd’ hoefde te worden door de deelnemers, zoals in de eerste jaren het geval was.
Vijf jaar lang (1980 tot en met 1984) organiseerde de concourscommissie zondags ook een ponyconcours op het ijsbaanterrein, maar daar is men mee gestopt omdat er op zaterdag al een ponyconcours in Sneek was en ook de combinatie concours-feest-concours in één weekend nauwelijks meer op te brengen was voor organisatie en medewerkers.
Ter gelegenheid van het twintigste CH Sint Annaparochie werd er in 1991 evenwel op zondag 25 augustus wel weer een ponyconcours gehouden. Vanaf 1986 is trouwens het manegefeest verschoven naar het weekend na het concours.
In 1982 begonnen de dames Romkema en Reinalda met hun M/Z-dressuur competitie in Vrouwbuurtstermolen, met de finale op het CH in Sint Annaparochie. Er kwam steeds meer animo voor deze competitie, zodat in 1985 gezocht werd naar een andere opzet, wat tot gevolg had dat vanaf 1986 de ABN-M/Z dressuur- competitie Friesland verreden werd op alle Friese buitenconcoursen voor paarden en pony’s, met de finalewedstrijden tijdens Indoor Friesland in Leeuwarden.
In de beginjaren kwamen er enorme aantallen ruiters en amazones naar ons concours. Toen er elders ook steeds meer concoursen werden georganiseerd werden die aantallen wat kleiner. De concourscommissie heeft jarenlang met speciale attracties geprobeerd om meer toeschouwers te trekken.
Het Wonderpaard van Jan de Wit, trompetterkorpsen te paard, tuigpaardrubrieken, muziekkorpsen, parachutespringers, voltigegroepen, artiesten (als Ciska Peters, Ronnie Tober en lmca Marina), vierspandemonstraties, Romeinse wagenrennen en kortebaan-draverijen, stoelendansen, tallyho’s en vossenjachten door de MW, concoursen costumé en andere shows bleken evenwel niet in staat om veel meer publiek naar het ijsbaanterrein te lokken. Daarom werden later de intermezzo’s weer wat eenvoudiger (en goedkoper) gehouden: rubrieken ‘Bestgaande KWPN rijpaard’, dressuurdemonstraties en dergelijke blijken voor de trouwe toeschouwers net zo interessant als welke dure show dan ook. Bovendien kiest de concourscommissie meestal aparte tweede springconcoursen uit, die niet zo vaak op andere concoursen verreden worden, zodat die dikwijls ook al extra attractief zijn.
Natuurlijk is niet alles altijd van een leien dakje gegaan bij rijvereniging, ponyclub, stichting en concours hippique. Soms stapten instructeurs op wegens meningsverschillen met het bestuur, dan weer bestuursleden en éénmaal trad zelfs een heel bestuur af (1970); ook werden er wel leden (tijdelijk) geschorst of bedankten leden in kleinere of grotere groepen, wegens onenigheid met het gevoerde beleid. ln 1975 was er zelfs een lessers-staking toen de Stichting besloten had de tarieven met bijna 30% te verhogen.
Duidelijk is wel dat de Molenruiters/Molenwieken, Stichting en CH goed moeten blijven samenwerken, omdat ze eigenlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Elke club heeft er baat bij dat het ook de met de anderen goed gaat.
Daarom is het ook goed dat men zitting heeft of vertegenwoordigd is in elkaars besturen, zodat er direct contact en overleg is tussen de verschillende clubs.
Hoe is het nu? Anno 2019
Het ijsbaanterrein is later weer ingeruild voor het terrein in Vrouwenparochie voor het houden van de kringwedstrijden en het CH. Van 2010 tot 2014 werd er naar volle tevredenheid gebruik gemaakt van het terrein van camping De Blikvaart tussen St. Annaparochie en Berlikum. Van 2016 t/m 2018 werd de kringwedstrijd bij Stal de Hameren georganiseerd. In 2019 werd er voor het eerst geen kringwedstrijd georganiseerd door het bestuur, dit mede vanwege terugloop in deelname.
Sinds 2000 zijn de manege gebouwen in eigendom van de fam. van der Galien, en is de vereniging huurder voor een vast aantal uren voor het geven van instructie aan de leden en het houden van de gebruikelijke wedstrijden voor paarden en pony’s.